Het kan nog
erger! Na het opstaan blijkt al snel dat we geen water hebben. Dat had ik niet
direct door, het doortrekken van de WC lukte nog vanwege het volle reservoir. Het
tandenpoetsen heb ik met de laatste druppels gedaan en de thee zette ik van
flessenwater. Tot mijn schrik begon mijn buik al voor het ontbijt hard leeg te
lopen. Gelukkig vond ik op het terrein nog een wc met een vol reservoir.
Doortrekken gelukt. Maar handen wassen? Euh…. Eerst maar vloeibare zeep op mijn
handen, dan kijk ik daarna hoe ik het oplos. Yes! Oplossing gevonden! De
drinkbak van de hond staat vol water! Na dit geklungel ga ik weer op het dak van
onze hut zitten. Elora komt boven en zegt: “mam, ik heb buikloop en de wc trekt
niet door….”.
Arme Greta,
ze staat met de Masaï bij de waterput en kijkt alsof ze diep in de put zit. De
pomp is stuk en ze krijgen ‘m niet aan de praat. De loodgieter moet gebeld
worden maar haar telefoon is stuk gevallen. Ze stuurt de Masaï op de fiets naar
het dorp om beltegoed voor zijn telefoon te halen. Hij blij! Dat ene
telefoontje kost natuurlijk bijna niets en hij houdt daar flink veel beltegoed
aan over.
Greta, die
hier een week eerder arriveerde dan wij, is een vriendin van de eigenaar van
deze hutjes. Toen hij haar aanbood om hier te verblijven en af en toe een gast
te ontvangen, heeft hij haar vast niet verteld dat niets hier werkt. De meeste
mensen die naar Afrika gaan, worden steeds bruiner. De zestigjarige Greta daarentegen
wordt steeds bleker. Ze ziet er zorgelijk uit en ik heb medelijden met haar.
Het is maar goed dat we de enige gasten zijn. Ze zei tegen Elora: “als er een
site zou bestaan waar reviews over gasten geplaatst konden worden, dan zou ik
jullie als vijfsterrengasten aanwijzen”.
Ach gosjie…
toen we vanmorgen weggingen en Greta nog steeds zo zorgelijk keek, hebben we
aangeboden dat ze het maar moet zeggen als we iets voor haar kunnen doen.
Haha, de
omgekeerde wereld van de hospitality.
We rijden
naar Paje en het begint te regenen. De regen slaat hard in mijn gezicht, het
doet pijn aan mijn armen en mijn ogen. Ik zet mijn zonnebril op. Dat helpt maar
vermindert het zicht. Ik rijd langzaam, ook omdat ik verwacht dat het glad kan
zijn. Er ligt namelijk veel olie op de weg. Het heeft de laatste weken niet
geregend. Bij zo’n eerste regenbui gaat de olie drijven waardoor het spekglad
wordt.
In Paje hebben
we de groep zwemonderwijzers bij elkaar! We hebben om vier uur afgesproken; rond
vijf uur kunnen we beginnen. Toni is laat omdat ze de fiets van haar collega in
de berm vond en iets verderop haar collega. Ze is van de fiets getrokken, er is
een mes tegen haar hals gezet en in paniek kon ze haar tas niet over haar hoofd
heen krijgen. De overvaller heeft de tas los gesneden en is er met de tas
vandoor gegaan. Toni vertelde over de overval die zij vorig jaar meemaakte. Ze
fietste met haar kind op de stang en het kindje vroeg waarom die hollende meneer
hen in probeerde te halen. Ook hij had een mes.
Het zijn vervelende verhalen, maar de tijd gaat daardoor snel voorbij.
Enige tijd later is iedereen er, op één na. Die ene is Captain Piro. Hij komt
om zes uur, als alles besproken is. Drijfnat
schuift hij bij ons aan. Hij heeft zijn boot voor anker gelegd; het laatste
stuk moest hij zwemmen. Hij kon de boot niet dicht bij het strand leggen omdat
het afnemend tij is. Als hij de boot vooraan legt, ligt die over een uur droog. Dan kan hij niet
naar huis varen. Piro woont een dorp verderop en moet na het gesprek met de
boot naar huis. Vlak voordat het donker wordt neemt hij afscheid en haast zich
naar de boot. Captain Piro, met zijn kwajongensachtige ogen, holt over het
strand. Zijn kromme rug en scheve benen maken hem een schertsfiguur uit een
film van Walt Disney.
Het was fijn
om iedereen weer te zien. Iedereen geeft nog zwemles, ieder op zijn eigen
manier. De Captain doet dat in de zee, één op één. Abbas werkt als tuinman in
een resort en geeft daar lessen als er Tanzaniaanse gasten komen die niet kunnen
zwemmen. Rosei en Toni geven samen zwemles aan kleine groepen. De
zwemonderwijzers hebben nogal wat obstakels moeten overwinnen om de zwemlessen
te blijven geven. Een paar voorbeeldjes:
Zoals ik al
eerder schreef, zorgen de zwemonderwijzers voor eten na de zwemlessen omdat de
kinderen anders met honger thuis komen en niet meer mogen zwemmen. Alle
kinderen graaien met hun handjes in de bakjes met rijst. Ze knoeien en laten
dat achter naast het zwembad. Er komen kraaien op af en andere gasten stappen
er met hun voeten in. Onder andere om die reden mocht het zwembad (dat bij een
resort hoort) niet langer voor dit doel ingezet worden. Eén van de ouders vond
een ander resort waar het zwembad voor de lessen gebruikt mag worden. Fantastisch
natuurlijk, maar (letterlijk) buiten de waard gerekend. Het personeel heeft
namelijk verkooptraining gehad en daar geleerd om te pushen op de verkoop van
drankjes en hapjes. Het personeel maakt geen onderscheid en vraagt steeds weer
aan “onze” zwemonderwijzers of ze een drankje willen. Een drankje dat 2 euro
kost! Dat is meer dan hun uurloon! Dat kunnen ze niet betalen dus moeten ze iedere
keer weer “nee” zeggen. En dat in een cultuur waar je geen “nee” hoort te
zeggen. Dat is ongepast. Je zegt altijd ja en doet vervolgens wat jou goed
uitkomt. Maar daar komen ze hier niet mee weg natuurlijk.
Een andere
probleem vormt het vervoer van de les-kinderen. Die moeten soms twee kilometer
over het strand lopen naar het zwembad. Na de zwemles is de zee opgekomen en
kunnen de kinderen niet meer terug over het strand. Over de weg is het veel
verder lopen en ook veel gevaarlijker.
Nog een op
te lossen situatie: de opkomst. In het dorp waar Captain Piro woont, is heel
veel belangstelling voor de zwemles. Volgens Toni bracht de Captain “miljoenen”
kinderen mee die allemaal mee willen doen met de zwemles. Dat kan natuurlijk
niet en hoe bepaal je dan wie die dag zwemles krijgt en wie niet?
Nou ja, dit
soort problemen. Het vraagt om een coördinator die ter plaatse is. We zijn
daar, samen met African Impact (plaatselijke NGO) naar aan het zoeken.
In het donker
rijden we naar huis. Het is, vanwege de wolken en het regenachtige weer, nog
donkerder dan anders. Ik rijd als een oude tut en ben blij dat we zonder
kleerscheuren thuis zijn…