Populaire berichten

woensdag 15 februari 2017

Pole Pole, ook met de hygiëne

Ik ben niet heel erg veeleisend en ik wil niet klagen over onze hut. Ik heb veel gezien, veel lowbudget gereisd en ben wel wat gewend. En toch ga ik even zeuren nu... 
Swim to Survive is een non-profit organisatie en we letten op de kleintjes, net als Albert Heijn. Daarom heb ik deze goedkope hut geboekt. Geen luxe, goedkoop en ik verwachtte er weinig van. Maar de eerste avond viel ik van de WC omdat de bril er los op lag. De sporen van onze voorgangers waren nog in de pot aanwezig. In de dagen dat we hier zijn is mijn bed steeds meer gaan wiebelen. Dat is nu zo erg dat ik me niet meer om durf te draaien ‘s nachts omdat ik vrijwel zeker weet dat de poten afbreken. De klamboe zit vol gaten en in al die dagen is de hut niet één keer schoon gemaakt. Onze handdoeken zijn zwart geworden omdat het ons niet lukt om schoon onder de douche vandaan te komen. 

De douchevloer ligt namelijk vol met modder, we kunnen dat niet wegspoelen omdat het een vaste douchekop is. Het is onmogelijk om schoon in bed te kruipen dus de lakens zijn na al die nachten ook echt heel vies. De prullenbak is nooit geleegd en er komen vliegen uit. We hebben het buiten gezet en gespoten met gif. Nog steeds klagen we niet.  Voor de derde dag op rij vragen we om een WC-bril en om een omwisseling van het bed. Alle andere hutten staan namelijk leeg. Het lijkt ons een kleine moeite om de bedden even om te wisselen. We beginnen een beetje vies van onszelf te worden. 


Maar er gebeurt niets. Iedere avond zegt Greta: “morgen. Morgen komt er iemand om het te op te lossen…”. Altijd alles Pole Pole, rustig aan. Ach, het went ook wel een beetje.

Naast de praktische zaken van dit project, ben ik druk met algemene Swim to Survive taken: presentaties maken, mails beantwoorden, informatie versturen, jaarrekening doornemen, een subsidieaanvraag aanvragen. Gelukkig zijn er Swim to Survivers die in Nederland doorwerken en veel voorbereiden. Dat scheelt mij veel werk.  Als het internet het doet, werk ik meestal een paar uur “thuis”, om tegen de middag naar Paje of Jambiani te rijden om te lunchen.

Maandag rijden we na de lunch naar de school in Jambiani. Ik open de deur van de peuterklas en zie 14 peutertjes in een diepe slaap op hun matjes liggen. Hun onderwijzeres, onze zwemonderwijzer Rosei, ligt in het midden. Aandoenlijk! Wat een mooi gezicht! Dit is zo ver van onze wereld vandaan! Het is toch ondenkbaar voor ons dat de lerares samen met haar leskinderen op de vloer van het klaslokaal ligt te slapen? We lopen stilletjes door naar het volgende klaslokaal. De kinderen springen op ons af. Ze zijn blij dat we terug zijn! Vrijwel alle namen ploppen in ons geheugen op: Rose, Len, Asia, Kimberley, Ale. Wat zijn ze veranderd! Ze zijn groot geworden, hebben hun haar ingevlochten of zijn juist naar de kapper geweest. Sommigen zijn onherkenbaar! Ze vertellen ons dat ze nu kunnen duiken, niet meer bang zijn om met hun hoofd onder water te gaan of dat ze een heel baantje kunnen zwemmen. In zes maanden kan veel gebeuren. Eerder deze week spraken we Mama Massage, de mooie volle dame die in Kitete Beach massages geeft. Ze was zo blij om ons te zien, omhelsde ons en kende zelfs onze namen nog. Ze vertelde ons dat ze nu ook kan zwemmen, dankzij Rosei, de door ons opgeleide zwemonderwijzer. Ze is zo trots!

Dat in korte tijd veel kan veranderen ervaren we ook als we langs het strand lopen.  Er zijn terrassen bij gekomen, kiteschools, vlaggen en tipi’s. Er lijken meer Masaï dan ooit hun handelswaar aan te prijzen. Het toerisme lijkt snel op te komen..

Maar goed, terug naar de school. We praten met Rosei over de zwemlessen en vertellen haar dat we het anders willen organiseren. We vertellen dat we de zwemonderwijzers willen ontlasten door te zorgen dat zij niet meer zelf hun zwemwater hoeven te regelen, hun inkomsten en hun leerlingen. We willen dat de zwemonderwijzers de focus houden op de zwemlessen en gaan vanaf nu de andere taken onderbrengen bij een coördinator of lokale NGO. Rosei is daar heel blij mee. Ze voelde zich zwaar belast de laatste tijd, vooral omdat de mannelijke zwemonderwijzers het vaak af laten weten. Dat is best te begrijpen:  ze houden op dit moment weinig over aan de zwemlessen omdat hun loon opgaat aan rijst voor de kinderen. De zwemonderwijzers willen voorkomen dat de kinderen met honger thuis komen en daardoor niet meer naar de zwemlessen mogen komen. De kosten daarvoor betalen de zwemonderwijzers uit eigen zak… Logisch dus dat de mannen, die ook op een andere manier inkomen kunnen genereren, andere dingen gaan doen: vissen, klussen etc. We beloven Rosei dat we dit aan gaan pakken. Deze week gaan we naar Abbas en de Captain om te overleggen hoe we hen weer bij de zwemles kunnen krijgen. In het ergste geval lukt dat niet en moeten we de focus verleggen.

Na schooltijd spreekt een Nederlandse moeder ons aan. Zij woont hier met haar gezin en haar dochter krijgt zwemles van Toni en Rosei. Ze heeft goed leren zwemmen en moeder wil weten of haar kind al het niveau heeft van een Nederlands zwemdiploma. We bieden aan om dit te testen dus we rijden naar het zwembad van Spice Island.  Ze kan fantastisch zwemmen! We zijn blij en zullen kijken of ze in een Nederlands zwembad af kan zwemmen als ze volgende maand in NL zijn. Voor hen is dat namelijk belangrijk omdat ze een paar maanden per jaar in Nederland zijn. Als het kind geen zwemdiploma heeft, wordt het uitgesloten van bepaalde schoolactiviteiten en soms ook van verjaardagsfeestjes waarbij gezwommen wordt. Deze moeder biedt ook aan om het loon van één zwemonderwijzer te betalen in de toekomst. Het verdronken meisje waar ik een paar dagen geleden over schreef, is bij hen voor het huis aangespoeld. Ze heeft gezien hoe toeristen het meisje tevergeefs reanimeerden en ze wil graag een bijdrage leveren zodat niet alleen haar eigen kinderen veilig zijn maar ook de andere kinderen in het dorp.  Overigens is iedereen heel enthousiast over het project. Iedereen ziet de noodzaak er van in en velen zeggen hun medewerking toe, in praktische dan wel financiële zin. De betrokkenheid is hartverwarmend en stemt me positief over de toekomst van dit project.

’s Avonds werk ik nog een beetje. Er is geen elektriciteit maar de batterij van mijn laptop is opgeladen. Ik zet de laptop op de energiebesparende stand en werk door totdat mijn ogen dichtvallen van vermoeidheid. Het is bloedheet in de hut. De ventilator werkt niet; het zweet gutst van mijn lichaam. Dat niet alleen: zonder ventilator hebben we ook meer last van muggen. Elora biedt aan om op het wiebelende bed te slapen. Ik neem het aanbod maar wàt graag aan. Midden in de nacht gaat ineens de ventilator aan. Er is weer elektriciteit!