De nacht was er één van warm-koud-warm-koud. Meerdere keren
heb ik half slapend de airco bijgesteld maar comfortabel werd het niet. Om acht
uur ging de wekker. Een half uur later zou de chauffeur ons op komen halen.
Maar helaas: zijn zoontje was ziek geworden en hij moest met hem naar het
ziekenhuis. Oh nee hè? Het is net alsof in Afrika meer mensen ziek worden
en doodgaan dan in Europa. Als een Afrikaan zich afmeldt, is er altijd iets met
een familielid, met ziekte of met dood. Andere redenen heb ik werkelijk nog
niet gehoord! Nou ja, we verzinnen wel weer een list. Gelukkig heeft de
ambassade een groot netwerk en binnen een uur stond er een andere
Engelssprekende chauffeur voor de deur. Fijn! Deze chauffeur, Fadi, is jong en
rustig. Ik blij! Ik houd niet zo van babbelende of grappen makende chauffeurs.
Fadi rijdt vlot en manoeuvreert, soms op de centimeter, behendig door het
chaotische verkeer. Hij laat ons het paleis zien en stopt even om te vragen of
we binnen kunnen kijken. Nee, het is gesloten. Slechts twee dagen per week kun
je binnen kijken. Welke dagen dat zijn? Daar zijn twee versies van. Vrijdag en
zondag. Of zaterdag en maandag. Wie zal het zeggen?
We rijden door naar
het National Museum. Een aardig museum met opgravingen, beelden en
muurschilderingen. Overblijfselen van Pyramides maar ook een vroege auto, een
(soort) T-ford.
De enige andere bezoekers zijn schoolkinderen.
Minstens vijf klassen, van basisschool tot aan universiteit.
Iedereen kijkt ons na. Babynke gaat achter een torso zonder hoofd staan en het
beeld lijkt weer compleet. Fadi moet er om lachen en de schoolkinderen
ook. We stappen weer in de auto en rijden verder.
We komen langs de plek waar de Blauwe en de Witte
Nijl samen komen en stoppen even. Twee kleuren Nijlwater worden gemengd door een wilde stroom. Een bootje navigeert zorgvuldig om de draaikolken heen. Babynke zwaait naar de opvarenden en het
is tijd voor een fotoshoot. Vooral Fadi maakt veel foto’s. Van Babynke. Van Babynke en hem samen. Hij appt ze naar al
zijn vrienden en daarna wordt hij continu gebeld en geappt.
Langs de oevers zien
we vissers en boeren. Een visser laat zijn emmer met wormen zien. Een
boer vertelt dat hier op de oevers gras gekweekt wordt voor de koeien aan de
overkant van de rivier. Op Tuti eiland zijn veel boerderijen; het gras wordt
met een bootje naar de overkant gebracht. Wàt een werk!
Over de brug rijden we naar Omdurman, met drie miljoen
inwoners de grootste stad van Soedan. Het bestaat uit
winkeltjes, soeks en stoffige zandstraten waar ezelwagens, tuk tuks,
voetgangers en auto’s vechten om een plekje. Vaak weet je niet waar je moet
kijken, zoveel krioelt er door elkaar. En soms weet je niet waar je naar kijkt.
De stalletjes zijn zò kleurrijk dat je geen onderscheid meer kunt maken tussen
de verkoopwaar. We zien mannen die elkaar omhelzen en vrouwen in prachtig
gekleurde traditionele gewaden of in zwarte niqaab.
Geen wonder dat de blonde, in T-shirt geklede Babynke, die
een kop boven iedereen uitsteekt, nagekeken en toegelachen wordt. Vooral als ze
een sigaret aansteekt. Verwonderde blikken, lachende mannen, vrouwen die
beschaamd naar de grond kijken. Op de foodmarket wordt Babynke aangesproken
door een Engelssprekende man. Hij neemt haar mee naar een verhoging en er volgt
een geweldige performance. De entertainer heeft de lachers op zijn hand, vooral
van jonge mannen die bewonderend naar Babynke staren. Als de act afgelopen is,
krijgen de twee een daverend applaus. Dan ben ik aan de beurt. De act duurt
minder lang, het applaus ook. Twee vrouwen die op kooltjes thee maken om te
verkopen, kijken ons bewonderend aan. Ik zet ze op de foto en laat de foto aan
ze zien. Ze moeten er zò hard om lachen, het werkt aanstekelijk voor Babynke en
mij.
Tijd voor lunch! Langs de Nijl ligt het moderne Al Housh. Ze
hebben een zeer volledige menukaart en het is moeilijk kiezen voor ons. We
hadden onszelf trouwens best de moeite van de keuze kunnen besparen: nadat we
een keuze gemaakt hadden, krgen we te horen dat er alleen maar pasta en één
soort vis is. We konden nog wel kiezen tussen penne of spaghetti. Babynke koos
penne, ik spaghetti. En we kregen beiden spaghetti. Ach ja, zo gaat het.
Thuisgekomen stuur ik
een appje naar de Seascouts:
“Hoe laat zullen we morgen afspreken om de demonstratieles
voor te bereiden?”. Na een stilte van een uur kwam het door mij gevreesde
antwoord: “Er is een probleem, de trainers willen graag een les van jou
zien”. Oef. Ik was er al bang voor. Ik heb geen idee hoever ze zijn met de
uitvoering van de zwemlessen. Murtada zei gisteren weliswaar dat ik de
revolutie in de lessen gebracht heb, maar ik heb het nog niet gezien. En het
lijkt erop dat ik het ook nog even niet te zien krijg. Ai…
Ik wil echt graag dat de Seascouts zelf aan het werk gaan.
Er gaan enkele appjes over en weer. Ik bied aan om morgen een zwemles aan 10
kinderen te geven. De Seascouts kunnen dan kijken en daarna onder mijn leiding
de demonstratie voorbereiden. Ik ben benieuwd of dit ze over de streep helpt!
Om 23.58 uur precies gaat de bel. De geldwisselaar staat aan
de deur. Waaaat! Waarom om middernacht??? Nou, omdat het morgen vrijdag
is, de moslim-zondag. Dan worden er geen zaken gedaan door hem. Goed bedoeld
hoor, hij wilde niet dat we morgen zonder geld zouden zitten. Maar dat zitten
we nog lang niet en nu zit ik mèt geld maar zonder slaap. Daar ben ik niet blij
mee. En toen deed ik deed het domste dat ik kon doen: even op mijn telefoon
kijken hoe laat het is. En ja, dan blijken er ook berichtjes binnen gekomen te
zijn. Nieuwsgierig open ik Whatsapp: de Seascouts. Ze hebben geen tijd om de
voorbereidingen te doen en stellen voor dat ik de demonstratie doe. Maar dat
wil ik dus juist. Zij zijn aan zet! En natuurlijk ondersteun ik daarin maar de
bedoeling van dit project is natuurlijk dat de inwoners van Soedan zèlf in
actie komen. De kennis daarvoor hebben we in het afgelopen jaar aan ze
overgedragen. Dus ik vaar scherp aan de wind in de discussie. Ondertussen stuur
ik screenshots van het gesprek aan het opperhoofd van de Seascouts met de vraag
om een oplossing te vinden voor dit probleem. Ik wil de verantwoordelijk
neerleggen waar hij thuishoort. Hij is offline gelukkig. Ik hoor morgenvroeg
wel van hem. Om half één stop ik met discussiëren. Het is mooi geweest. Laat de
ander er maar eens een nachtje over slapen en naar oplossingen zoeken.
Dat is een stoere uitspraak maar waar het op neerkomt is dat
ìk wakker lig. In gedachten ga ik mijn agenda en de scenario’s na. Ik besluit
om tijd vrij te maken om zelf een demonstratie voor te bereiden. Ik wil het
achter de hand hebben want ik laat de demonstratie natuurlijk niet mislukken.
First thing in the morning. Dat wordt de strategie: vroeg opstaan,
voorbereidingen treffen en ondertussen de Scouts blijven aansturen op hun
verantwoordelijkheid. Mijn voorbereidingen komen pas tevoorschijn als het echt
niet anders kan.
De vrije dag eindigt met stress. Jammer….
Tegen tweeën val ik in slaap. Toch wel een beetje onrustig.
In mijn achterhoofd speelt de vraag of ik de discussie niet te scherp gevoerd
heb. Het was een pittige Hollandse discussie, ik heb het niet op de Afrikaanse
manier gedaan. Hmm… even afwachten wat het resultaat is.
De volgende ochtend om 8.30 uur lees ik twee apps van de
Seascouts, verstuurd rond 01.00 uur. Het opperhoofd heeft het geregeld:
vrijdagochtend om 11 uur gaan we voorbereiden. Omdat het vrijdag is, gaan
de mannen bidden. Dit was één van de onderwerpen die ingebracht is in de
discussie: we kunnen niet werken want we moeten bidden. Waarop ik suggereerde
dat de vrouwen niet gaan bidden. Dat de demonstratie dan door de vrouwen gedaan
wordt, als die wel tijd hebben om voor te bereiden. Stiekem hoopte ik hierop.
Hoe gaaf zou het zijn als in Khartoem de vrouwen laten zien dat ze in staat
zijn om de verandering te brengen!? En ja hoor: de app vertelt me dat de
vrouwen het gaan doen. Gaaf!
Inderdaad: om 11 uur, toen ik op de club aankwam, hoefde ik
slechts een half uurtje te wachten op de eerste vrouwelijke coach. De tweede
kwam een uurtje later, toen we bijna klaar waren met de voorbereidingen van de
les. Het is natuurlijk fantastisch dat de vrouwen nu de demonstratie doen voor
zoveel bezoekers en de pers, maar er zit nog een overwinning in: er wordt les
gegeven aan een gemengde groep. Drie jongens en drie meisjes. En dan doen we
ook nog een samenwerkingsoefening waar in duo’s van jongen en meisjes getraind
wordt. Leuk!
Om één uur zijn we het zwembad ingegaan voor een try-out van
de demonstratie. Dat was behoorlijk rommelig. Reden om het programma bij de
stellen en een tweede try-out in te lassen: morgenmiddag om één uur, voordat we
de Nijl over zwemmen.
Om drie uur zijn we met een bootje stroomopwaarts gevaren.
Langs de oevers zien we kinderen spelen en vrouwen met burka aan tot hun middel
in het water staan. Er zijn auto’s en brommers op het strand en hier en daar is
een vuurtje. In één van de dorpen hebben we aangelegd en zijn we met vissers
het gesprek aangegaan over verdrinking. En we kregen opmerkelijke dingen te
horen
- Vorige week nog is hier in het dorp iemand verdronken
- Enige tijd geleden is hier een bootje gezonken met daarin 17 vrouwen die naar de overkant van de rivier wilden om familie te bezoeken. Ze zijn allen verdronken
- Wekelijks spoelt hier een lichaam aan van iemand die verderop verdronken is
- De vissers kunnen allemaal "zwemmen". Ze leren dat van vader op zoon. De vissers leren alleen hun zoons zwemmen. En pas als ze tien jaar oud zijn. Waarom niet eerder? Omdat tien jaar de leeftijd is dat de zoons mee moeten gaan vissen. Dan pas wordt er aandacht gegeven aan veiligheid in en rond het water.
We besluiten om een zwemles te improviseren met de kleine
kinderen van het dorp. Ik heb de moeders gevraagd of ze mee wilden doen. Daar
moesten ze verlegen om lachen en het antwoord is “Nee. Dat is voor kleine
kinderen en voor mannen”. Oké, het hoeft niet natuurlijk.
De Seascouts hebben onder mijn leiding een leuke speelse les
gegeven en het leuke is dat steeds meer vrouwen zich daarbij aansloten. Ofwel
omdat ze het plezier met hun kind wilden delen, ofwel omdat hun kindje niet mee
wilde doen en de moeder dat wel belangrijk vond en het kind over de drempel
wilde helpen door zelf mee te doen. Langs de kant kwamen steeds meer mensen
staan. Steeds meer kinderen vroegen of ze ook mee mogen doen. Prachtig om te
zien. De Seascouts hebben de toezegging gedaan om vaker de lessen te komen
geven. In principe iedere vrijdag. Ik zal aanstaande vrijdag, als ik weer terug
in Nederland ben, een appje aan Murtada sturen met de vraag hoe de les gegaan is
;)
Met een schitterende zonsondergang varen we terug naar
Khartoem. Daar aangekomen, inmiddels is het half zeven en bijna donker, staat
mij nog één ding te doen: een meeting met de marketingmanager van Morouj, een
producent van levensmiddelen zoals rijst, bonen, melk en tomatenketchup. Zij
willen graag investeren in de strijd tegen verdrinking. We hebben daar een goed
gesprek over gevoerd, zonder echt concreet te worden. Het komt erop neer dat ik
een plan zal moeten maken en aan Morouj en andere partijen vraag om dit mede te
financieren.
Tegen negenen kom ik thuis met een afhaalpizza. Op het
dakterras eten we de pizza en daarna is de werkdag nog niet over. Morgen is de
grote dag, de dag waarop we de Nijl over zwemmen. Ik heb beloofd dat ik een
filmpje samenstel met de activiteiten van Swim to Survive in Soedan. Dat
filmpje kan dan op een groot scherm afgedraaid worden.
Poeh…. Ik heb er weinig zin meer in. Het is nu kwart over
elf, ik heb best zin om te gaan slapen. Misschien kan ik het morgenochtend wel
doen; we hoeven pas om 11 uur in de residentie te zijn om te brunchen bij de
ambassadeur. Nou ja, eerst deze blog posten zodat jullie weer op de
hoogte zijn van mijn avonturen. Ik zie wel of ik daarna nog zin heb om de film
te maken.
v